De uitgestoken hand van Europa
Als Poetin poogde om de Europese verbondenheid te ondermijnen met de aanval op Oekraïne, dan lijkt hij vooralsnog onsuccesvol. Als we na Brexit vreesden dat een eensgezind Europa verleden tijd was, dan kunnen we nu opgelucht adem halen. De Europese verbondenheid blijkt in tijden van oorlog sterk, met hernieuwde plannen voor militaire herbewapening en een grote welwillendheid om Oekraïense vluchtelingen op te vangen. En dat is maar goed ook. Ik haal hierbij de woorden aan van de Australische ambassadeur in Nederland Matthew Neuhaus, die onlangs Initiatives of Change Nederland bezocht: ‘De Europese Unie is het beste middel voor vrede dat we hebben. Het mag daarom niet falen.’
Maar hoe ver reikt de uitgestoken hand van Europa? Naar wie wordt zij uitgestoken? Wat zegt dat over de toekomst van Europa? Hoe verhoudt onze kijk op westerse en niet-westerse vluchtelingen zich met elkaar? En welke politieke keuzes worden op basis hiervan gemaakt? Om deze vragen te beantwoorden, moeten we kritisch kijken naar de sentimenten die ons vluchtelingenbeleid hebben gevormd. Als ik het hier heb over een vluchtelingenbeleid, dan heb ik het niet alleen over politieke keuzes, maar ook over de publieke draagkracht en wil om vluchtelingen op te vangen.
De media en het politieke debat spelen een belangrijke rol in het stimuleren van deze draagkracht en wil. Als we kijken naar de huidige crisis, dan blijkt er gelukkig veel welwillendheid te zijn te zijn voor de opvang van Oekraïense vluchtelingen. In de media en het politieke debat wordt Oekraïne opgenomen als onderdeel van de broeder- en verwantschap dat Europa verenigt. Er wordt gesproken over ‘Europeanen die onze westerse normen en waarden delen’ en ‘blond haar en blauwe ogen hebben, net als wij’. Deze retoriek, gebaseerd op zelfidentificatie, is een krachtig instrument. Het stimuleert de draagkracht en wil om deze vluchtelingen te helpen.
Tijdens de Syrische vluchtelingencrisis lag dit anders. Terwijl de oorlog in Oekraïne Europa eensgezinder maakt, leek de crisis in het Midden-Oosten juist polariserend te werken. Populisten konden handig inspelen op anti-Islamitische en anti-immigratie sentimenten in de samenleving. In hun boodschap benadrukten zij juist hoe ‘vreemd’ de Syrische vluchtelingen waren: niet-westers, niet-Europees, niet-Christelijk.
Dit zijn karakteriseringen die de Syrische vluchtelingen tot vreemdeling maken. In populistische kringen wordt zulke retoriek doelbewust gebruikt om de draagkracht en wil om vluchtelingen op te vangen te ondermijnen. Niet voor niets wordt Brexit door sommigen geïnterpreteerd als het resultaat van recht-populistische euroscepsis en een protest tegen immigratie, de komst van vluchtelingen inclusief.
Onlangs riep columnist Sander Schimmelpenninck in de Volkskrant op tot een morele herbewapening, verwijzend naar de wortels van Morele Herbewapening, nu Initiatives of Change. Voor mij betekent dat Europa, inclusief Nederland, van koers moet veranderen. We kunnen niet buitenlandse oorlogen blijven sponseren, al dan niet via het Russisch gas, of oneindige economische groei nastreven, als we écht onderdeel willen zijn van de oplossing voor deze oorlog (en klimaatcrisis). En we moeten oorlogsvluchtelingen, zover dat praktisch mogelijk is, gelijk behandelen op politiek én persoonlijk niveau. In een democratische samenleving begint politiek immers bij ons: de burgers. We worden dus niet alleen beïnvloed door het politieke debat, maar we beïnvloeden deze ook zelf. We moeten onze dubbele moraal onder ogen zien als het gaat om onze houding ten opzichte van verschillende vluchtelingen, voordat we besluitvormers vragen hetzelfde te doen.
Daarmee wil ik niet zeggen dat het verkeerd is als men zich sterker identificeert met de Oekraïner dan de Syriër. De ander zien als ‘anders’ of ‘zelf’ is een menselijke eigenschap. We moeten echter deze selectieve zelfidentificatie niet politiseren zonder een kritische noot. Nee, het is niet mogelijk voor Europa om elke vluchteling op te vangen. Toch zou een barmhartig Europees vluchtelingenbeleid niet moeten worden bepaald door hoe ‘zelf’ de vluchteling lijkt, met de Westerse mens als het model hiervoor.
We hebben onszelf hier alleen maar mee. Ik denk dat alle mensen verlangen naar vrede, want dat is de absolute voorwaarde voor menselijke waardigheid. Een aanval op welke groep dan ook, is een aanval op onze vrede. Als we onszelf hadden geïdentificeerd met de Syriërs, slachtoffers van Assad én Poetin, dan hadden we de dreiging vanuit het Kremlin serieuzer genomen. Misschien waren we dan beter voorbereid geweest op de tirannie van Poetin, die als een donkere wolk boven Europa hangt.
Door Shereen Siwpersad.
Lees ook: Vrijheid heeft een prijs van Hennie de Pous-de Jonge