Op zijn 23ste vliegt voormalig Apache-piloot Peter Gordijn voor het eerst boven oorlogsgebied: de kale, woeste bergen van Afghanistan. Hij houdt van ruige natuur. Een meter onder hem hangt een boordkanon dat bij het afgaan de hele helikopter laat trillen. Aan de zijkant zijn laserraketten gemonteerd die een ton per stuk kosten.
Het is zijn taak de Nederlandse troepen te beschermen. Als er gevochten wordt moeten ze er op af, als een soort brandweerwacht. Negen van de tien keer is het gevecht bij aankomst al voorbij. Maar die tiende keer moet hij schieten. ‘Uiteindelijk moet je de situatie altijd zelf blijven inschatten. De gouden regel is dat je jezelf daarna in de spiegel moet kunnen aankijken.’
Tien jaar later heeft zijn leven een heel andere wending genomen. Na een gewetensconflict heeft hij het leger verlaten. Nu schrijft hij aan zijn tweede boek en houdt lezingen over persoonlijke ontwikkeling. Hoe het zover is gekomen, vertelde Gordijn op 20 april in het centrum van Initiatives of Change in Den Haag. Een avond, zoals hij het zelf samenvat, over ‘gewapende en innerlijke conflicten’.
De avond is de tweede in de reeks Levensverhalen waarin het thema oorlog en vrede centraal staat. IofC organiseert sinds 2008 bijeenkomsten waarin mensen hun persoonlijke verhaal delen. Het luisteren naar een levensverhaal kan inspireren tot reflectie op eigen leven, keuzes en normen. Eerder vertelde jurist en politicus Mpanzu Bamenga hoe zijn eigen ervaringen als ongedocumenteerde in Nederland zijn leven en idealisme hebben vormgegeven.
Droomleven
Op de middelbare school weet Peter Gordijn (1982) al dat hij piloot in het leger wil worden. Direct na zijn school begint hij daarom bij de Koninklijke Militaire Academie in Breda. Het is de eerste in een reeks opleidingen die hem uiteindelijk tot Apache-piloot maken. De keuringen om militair piloot te worden zijn zowel fysiek als mentaal zwaar. ‘Een bijzondere, maar ook stressvolle tijd. Veel mensen vielen af.’
In Alabama (VS) leert hij uiteindelijk de Apache-helikopter vliegen en bedienen. Terugkijkend op die tijd noemt Gordijn het een ‘bizar leventje’. ‘Work hard, play hard, was het motto. Ik was 22, kreeg 3000 dollar toelage per maand en had geen vaste lasten. De stranden van Florida lagen vlakbij. We gingen elke avond uit eten.’
Een jaar later wordt hij voor het eerst uitgezonden naar Afghanistan. Aan de hand van YouTubefilmpjes geeft Gordijn tijdens de avond een indruk van zijn werk en leven daar. Hij laat het ruige Afghaanse landschap zien, maar ook een gevechtshelikopter in actie. Als hij niet op missie is bestaat zijn leven uit vliegen, sporten, bergen beklimmen, feesten en gadgets. ‘Het was een achtbaan. I was living the dream.’
Op de bank
Vlak voor de tweede uitzending naar Afghanistan krijgt hij een hernia. Liggend op de bank begint hij na te denken over zijn leven en zichzelf. ‘Het leventje waarin alles kon en alles mag was er niet meer. Ik vroeg me af wie ik nog was als ik geen Apache-piloot was.’
Via familie en vrienden komt hij in aanraking met boeken en cursussen over persoonlijke ontwikkeling. Het is het begin van een proces van intensieve reflectie en persoonlijke groei. ‘Mijn oude wereldbeeld veranderde. Ik zat altijd in een achtbaan, maar nu werd ik gedwongen mijn leven van een afstand te bekijken. Ik besefte dat mijn wereldbeeld het gevolg was van mij opvoeding, scholing, vrienden, cultuur. Dat niet iedereen de wereld zo zag als ik.’
De meest extreme variant van zijn gekleurde wereldbeeld was het denken over de vijand. ‘We voelden ons superieur. Noemen hun acties laffe aanslagen. Maar in hoeverre is hun gevecht anders dan het onze? In beide gevallen zijn het mensen die binnen hun kunnen vechten voor waar ze in geloven. Ik wil dat niet goed praten. Maar ik begon in te zien dat de mensen aan beide kanten geconditioneerd zijn.’
Door zijn ervaringen begint hij anders tegen zijn werk aan te kijken als hij na zijn hernia weer op missie naar Afghanistan gaat. ‘Ik begon naar het grote plaatje te kijken. Waar waren we eigenlijk mee bezig?’
Missie in Mali
Deze vraag dringt zich nog sterker op als Gordijn in september 2014 naar Mali wordt uitgezonden in het kader van de Nederlandse bijdrage aan de VN-missie Minusma. ‘In de voorbereiding merkte ik dat ik was veranderd. Vroeger was mijn belangrijkste vraag: wanneer mag ik schieten?’
Nu verwondert hij zich over het mandaat van de missie. ‘In de eerste briefing werd gezegd dat we een neutrale vredesmacht zijn. In de volgende dat we de Malinese regering steunen. In het mandaat staat het letterlijk allebei Hoe is dat met elkaar te verenigen?’
Tijdens de missie wordt zijn frustratie groter. Het doel is inlichtingen inwinnen, maar wat de VN daar mee gaat doen weet niemand. Gordijn is getuige van de wederzijdse troepenopbouw die de kans op escalatie steeds groter maakt. Na verloop van tijd begint de paramilitaire groepering GATIA het staakt het vuren te schenden en verovert dorpje na dorpje. Er vallen doden, maar de blauwhelmen grijpen niet in.
Op alle mogelijke manieren probeert Gordijn het probleem aan te kaarten. Bij zijn superieuren, bij het VN-hoofdkwartier in Timboektoe, via de vakbonden. Maar hij stuit vooral op wat hij noemt ‘oogklepdenken’. Iedereen is gericht op zijn eigen, korte termijn belang en de vastgestelde doelen, ook al zijn die in het grotere plaatje niet logisch.
Als hij overal bot heeft gevangen blijft er voor Gordijn nog één vraag over: wil ik werken in een systeem waar ik niet achter sta?
Vrije vogel
Aan zijn superieuren zegt hij dat hij niet meer naar Mali wil. Dat is prima, krijgt hij te horen, maar dan is er geen plek meer voor hem in het leger. Defensie kan alleen met militairen werken die alles doen. Zo verandert Peter Gordijn eind 2015 van gevechtspiloot in een vrije vogel.
‘Vijf jaar eerder had ik dat niet kunnen doen. Ik zat vast aan mijn contract, had geen alternatief carrière perspectief en had een levensstijl waarbij ik al mijn geld nodig had. Ik zat gevangen in mijn leven.’
Maar nu was zijn contract afgelopen. Hij was naar een eenvoudiger levensstijl gegroeid en werkte hij aan een boek. Hij zag een alternatief pad voor zich. ‘Ik volg mijn hart, doe wat op mijn pad komt. Ik wil mensen wakker maken. Het zou mooi zijn als mensen al jong bewust worden en niet pas in een dertigers- of midlifecrisis of als er iets mis gaat.’
Systeem
Een luisteraar vraagt of er onder zijn collega’s ook waren die zijn bezwaren deelden. Dat verschilde, vertelt Gordijn. Sommige mensen keken anders tegen het conflict aan, sommigen maakte het niet uit. Er waren er die zijn kritiek deelden. Maar ze hadden een hypotheek, een gezin. ‘Iedereen gaat er anders mee om. Niet iedereen kan er uit stappen. En dat zou ook niet werken.’
Tijdens het nagesprek blijkt dat veel mensen uit het publiek het dilemma dat Gordijn schetst herkennen uit hun eigen werk en carrière. Wat doe je als er een conflict is tussen jouw geweten en het systeem waar je in zit? Wanneer probeer je dingen aan te kaarten en te veranderen binnen het systeem, en wanneer stap je er uit?
Voor Gordijn was het een opeenstapeling van factoren. ‘Een zoveelste aanval van GATIA op een dorp was de druppel. Maar het proces was al veel eerder in gang gezet. Toen ik mijn blik verbreedde en me afvroeg: wat wil ik eigenlijk doen? Nu de toekomst open ligt kan er van alles ontstaan. Ik ben er heel benieuwd naar.’
Irene de Pous
Bekijk het levenverhaal van Peter Gordijn
Het levensverhaal van Peter Gordijn is gefilmd. Bekijk de samenvatting hieronder.