Dit artikel werd geschreven als reflectie op de coronocrisis en werd in 2022 gepubliceerd via Initiatives of Change Zwitserland. Dit is een vertaalde versie van het oorspronkelijke artikel.
Ik ging tussen 1946 en 2010 bijna elke zomer naar Caux, Zwitserland. Op mijn 82e besefte ik dat de reis en het drukke programma voor mij in mijn rolstoel te vermoeiend was geworden.
Toen ik las dat de conferenties in Caux digitaal zouden worden aangeboden, zag ik dat als een grote mogelijkheid. Door mijn doofheid kon ik niet alles verstaan, maar het ging beter dan ik verwachtte.
In 1946, toen ik 17 was, kreeg ik een uitnodiging om te komen helpen het Caux Palace Hotel schoon en klaar te maken voor de eerste naoorlogse internationale conferentie van Initiatives of Change (toen Morele Herbewapening/MRA) in Europa. Mijn vader werkte bij de Nederlandse Spoorwegen. Zo kwam ik aan een treinkaartje en de toen nodige visums om tussen Nederland en Zwitserland te reizen. In die tijd mocht je geen geld naar het buitenland meenemen en de Zwitserse MRA stichting betaalde al mijn kosten.
Toen ik in Caux was, besloot ik mijn leven aan God te geven en met Morele Herbewapening te werken voor een nieuwe wereld. Ik vroeg mijn vader vergeving, omdat ik hem bedrogen had. Soms had ik hem een voorschot gevraagd op mijn maandelijkse zakgeld, dat de volgende maand moest worden afgetrokken. Hij vergat dat vaak en gaf mij het volledige zakgeld. Ik herinnerde hem daar niet aan. Ik betaalde hem later terug met geld dat ik had verdiend met de teelt van tabak op een stukje land van ons gezin. Ik had daar beter groente op kunnen verbouwen, die we nodig hadden in de hongerwinter van 1944-1945. Ik vroeg ook daarvoor om vergeving.
Na mijn rechtenstudie (aan de Universiteit Leiden, 1946-1950) en mijn militaire dienst (1950-1952, reserveofficier Koninklijke Marechaussee) werkte ik fulltime bij Morele Herbewapening. In december 1952 ging ik met een internationaal team van MRA naar Zuid-Rhodesië (nu Zimbabwe), Zuid-Afrika en West-Afrika. Toen bijna iedereen terugging, bleef ik met drie anderen in Ghana en Nigeria.
Toen ik twee jaar later met een collega van Port Harcourt naar Onitsha in Nigeria reisde, werd ik steeds zieker. De artsen die we bezochten, wisten niet wat er aan de hand was. Ik droomde dat ik misschien voor de rest van mijn leven verlamd zou zijn. Ik bad dat dit niet zou gebeuren, maar besloot dat ik mijn lot zou aanvaarden als het wél gebeurde. Ook zou ik doorgaan met mijn zoektocht naar Gods leiding voor mijn leven.
De volgende dag gingen we naar een klein ziekenhuis in Enugu (toen de hoofdstad van Oost-Nigeria). Daar zagen ze direct dat ik polio had. Ik vertelde de arts dat ik het gevoel had dat God mij had gewaarschuwd. Hij zei: ‘Dat zal u helpen om zo goed mogelijk te herstellen.’
Na drie maanden in bed, zonder me te mogen bewegen, herstelde ik een beetje, maar mijn benen bleven gedeeltelijk verlamd. Daarna vloog ik naar Amsterdam.
Terug in Nederland bleef ik werken met Morele Herbewapening, onder andere met arbeiders in de haven van Rotterdam. In 1968 trouwde ik met Josiene de Loor. In die tijd werd ik lid van de PvdA. Ik werd voorzitter van de federatie Utrecht en was gemeenteraadslid van 1977-1998, met twee onderbrekingen. Hiervoor ontving ik een koninklijke onderscheiding: lid van de Orde van Oranje-Nassau.
Na mijn eerste bezoek aan Caux in 1946 ben ik elke dag begonnen met een stille tijd op zoek naar Gods inspiratie en leiding. Dat heeft me geholpen in praktijk te brengen wat ik in Caux heb geleerd.
Toen de coronapandemie begon, herinnerde ik me dat ik in 1955 getroffen werd door het poliovirus. Volkomen onverwacht raakte ik toen ik 26 was verlamd. Ik overleefde het, maar toen ik 80 jaar en ouder werd, werd ik steeds meer afhankelijk van een rolstoel. Zou ik, nu ik over de 90 ben, overlijden door een ander onverwacht virus? Natuurlijk hoop ik dat dit niet gebeurt. Maar als het iemand in mijn familie moest overkomen, dan hoopte ik dat ik het zou zijn in plaats van mijn zoon of dochter, hun partners of mijn vier kleindochters.
Advies aan jongeren
Wat is nu mijn advies aan jonge mensen? Ga de uitdaging aan om een nieuwe wereld te bouwen, net zoals wij deden na de Tweede Wereldoorlog. En accepteer de veranderingen in je eigen leven die je kunnen helpen bij deze uitdaging.
Aad Burger