Overslaan en naar de inhoud gaan

Interreligieuze harmonie in de praktijk van IofC Indonesië

Datum

Verhalen uit Bogor en Makassar

Van 6 augustus tot 2 september 2022, was Willem Jansen, programma coördinator bij Initiatives of Change Nederland (IofC) op werkbezoek bij het IofC team in Indonesië. In dit artikel gaat het over de relatie tussen de religies in Indonesië, het land met de grootste moslimgemeenschap ter wereld. Samen met zijn IofC vrienden ging Willem op bezoek bij islamitische scholen, sprak hij met islamitische docenten en mystieke leiders en nam hij deel aan intensieve gesprekken tussen moslims en christenen, met wie hij hindoeïstische en boeddhistische tempels en kloosters bezocht. Hoe brengt IofC Indonesië deze doorgaans gescheiden religieuze groepen bijeen?

In het seculiere Nederland kun je je het misschien niet voorstellen, maar in Indonesië speelt religie een grote rol in het dagelijks leven. Je dóet in Indonesië sowieso aan religie, welke dan ook. Je levensovertuiging staat bijvoorbeeld in je paspoort vermeld. De Pascasila, de filosofische grondslag van de Indonesische staat, rust op vijf pijlers, waarvan Geloof in God de eerste is. ‘Eenheid in Verscheidenheid’, zo luidt het Indonesische motto. Er is zelfs een speciaal Ministerie voor Religieuze Zaken in het leven geroepen. Indonesië wil geen theocratie maar ook geen seculiere staat zijn. Daarom zoekt de overheid naar het midden tussen religieuze en seculiere extremen.

Spitten in het Verleden

Met grote toewijding zet IofC Indonesië zich in voor de harmonie tussen de vele culturen en religies die hun land rijk is. Dit doen zij bij verschillende locaties en levensbeschouwelijke organisaties, met name bij onderwijsinstellingen. Zo bezocht ik twee islamitische kostscholen (‘pesantren’) in Bogor, een wijk in Jakarta. Vóór deze bezoeken was ik met mijn IofC collega Huda uitgenodigd voor een eenvoudig ontbijt bij IofC-ers Imas en Wazin. Net als haar moeder geeft Imas de leiding aan een islamitische school. Wazin gaf ons een bijzondere geschiedenisles en vertelde dat Bogor in de koloniale tijd ‘Buitenzorg’ heette.

Wat als een eenvoudig ontbijt was aangekondigd, bleek onderdeel van een compleet programma te zijn. Ik bevond me ineens op een zonovergoten podium voor een groot publiek. Na een koran-recitatie over de vraag waarom er zoveel verschillende volkeren zijn geschapen en inleidende woorden van het schoolbestuur, kreeg ik 20 minuten voor een spontane toespraak. Dat vergde het uiterste van mijn improvisatievermogen. Vriendschap over grenzen heen, was het thema. Daar kon ik goed mee uit de voeten en sprak over hoe Allah/God verschillende volken heeft gemaakt, met de opdracht dat zij elkaar zouden leren kennen. 

In een boek over Jakarta schreef Philip Dröge over de koloniale resten die een archeoloog en hij in Buitenzorg vonden. Ik vroeg de studenten om a lá Droge, zij het in hun verbeelding, ook op zoek te gaan naar deze koloniale resten. Kon deze troebele historische band tussen Bogor en Buitenzorg een band scheppen tussen hen en de man uit ‘Belanda’? Een paar dappere studenten stelden vragen: Heeft Nederland gedacht aan herstelbetalingen aan Indonesië? Zijn er mogelijkheden om in Nederland te komen studeren? Daarna was het de tijd voor traditionele gamalan-muziek. Als dank voor mijn bijdrage kreeg ik een batik-blouse aangeboden. Een geschenk uit de hemel. Ik kon mijn doorweekte witte hemd vervangen en fris aan het ontbijt gaan.

Excuses

Later bezocht ik nog een andere islamitische school, waar de studenten ons verrasten met dans en muziek, deze keer ook met elektrische gitaar, iets wat op de school hiervoor verboden was. Huda vroeg de studenten naar hun associaties bij Nederland (de studenten noemden de koloniale periode, VOC en windmolens) en vertelde over de excuses die koning Willem-Alexander recent maakte in Indonesië in bijzijn van president Joko Widodo. Huda vroeg de studenten of zij het mij als Nederlander zouden kunnen vergeven.

Na een luidkeelse ‘Ya’, vroeg Huda aan de studenten of zij zelf iets te vergeven hadden. Huda is een doorgewinterde IofC-trainer, zoals bleek uit de stilte die volgde. Met gebogen hoofden reflecteerden de studenten op zijn vraag en deelden dapper hun verhalen. Ook de geadopteerde zoon van de eigenaar van de school deelde zijn verhaal over een nog bij te leggen ruzie op het voetbalveld.

Ontmoeting met ‘de Sheikh uit Tilburg’

De dag kreeg een bijzondere finale: een interreligieuze ontmoeting met de eigenaar van de school, Budi Rahman Hakim. Hij is een aan de Tilburg Universiteit gepromoveerde kenner van het Soefisme, de mystieke vorm van Islam. Samen met een groep Rooms Katholieke mensen uit de buurt, schoolleiders en docenten, gingen we met hem in gesprek over de rol van religie in de samenleving.

Budi Rahman benadrukte dat moslims goede burgers moeten zijn volgens de Pancasila-principes. Allah is schepper van de hele mensheid, inclusief anders- en niet-gelovigen, en uiteindelijk gaat het erom dat we nobele mensen en goede staatsburgers zijn die het motto ‘Eenheid in Verscheidenheid’ respecteren, aldus Budi Rahman. Ik kon mij helemaal vinden in zijn visie en verbond hieraan het belang van menselijke waardigheid en mensenrechten in de samenleving.

'Educatie, educatie, educatie'

Wat is de rol van educatie in de islamitische gemeenschap? Samen met Huda nam ik deel aan een conferentie over dit thema, georganiseerd door het Ministerie van Religieuze Zaken en de Islamitische Universiteit. Na een kleurrijke Balinese pauwendans, opende de minister de conferentie met slagen op een grote gong. Hierna kreeg ik een prachtig inkijkje in de discussies rond het onderwijs in Indonesië. In tegenstelling tot landen als Pakistan, Afghanistan en Jemen, is het de Indonesische overheid gelukt om islamitische scholen in te bedden in het nationale onderwijssysteem. Daar waar deze scholen soms broeinesten van radicalisering zijn, is dat in Indonesia veel minder het geval. ‘Educatie, educatie, educatie’, als hét tegengif tegen extremisme, was de duidelijke boodschap.

 

‘Diapraxis’ en Gotong Royong in Makassar

Van de organisatie van de conferentie kreeg ik een bijzonder boek cadeau: Moderasi Agama, oftewel, gematigde religie. Dit boek geeft voorbeelden van best practices over intra- en interreligieuze samenwerking, die ook door de Indonesische overheid worden toegepast. De overheid beschouwt gezond nationalisme en verbinding met lokale culturen als het medicijn tegen vormen van radicalisering.  In het Indonesisch noemt men deze harmonieuze samenkomst van culturen en religies gotong royong, of zoals ik het graag noem, ‘diapraxis’.  

Op Makassar had ik een ontmoeting met Christine Hutubesy. Ik leerde haar kennen tijdens een eerdere samenwerking rondom het thema moslim-christen relaties. Vanuit IofC organiseerde ik met haar en anderen een bijeenkomst over duurzaamheid in de Haagse Al-Hikmah moskee. 

Duurzaamheid, één van de pijlers van IofC, is ook in Makassar een groot thema dat moskeeën, mandirs (hindoetempels) en kerken verbindt. Alle mensen, ongeacht culturele of religieuze achtergrond, worden gestimuleerd om zich samen in te zetten voor de maatschappij. Het gotong royong, letterlijk ‘het samen optillen, dragen’, komt ook hier weer voorbij. Samen de straat schoonmaken, voor mensenrechten gaan staan, of elkaars feestdagen vieren: in Indonesië is het allemaal gotong royong!

 

Door Willem Jansen.