Groningen, 22 februari 1929 – Utrecht, 15 maart 2025
In een druk bezochte dienst namen familie, vrienden en bekenden op 22 maart 2025 afscheid van Aad Burger, overleden in de leeftijd van 96 jaar. Op de annonce hadden zijn kinderen geschreven: ‘Zijn ongekende veerkracht en zijn vermogen om ook in moeilijke tijden het licht te zien, is voor ons een grote inspiratiebron. Aad had een diep vertrouwen in God en in het pad dat Hij voor hem had bedacht.’
Het afscheid werd bijgewoond door talloze vrienden, uit de kring van Initiatives of Change, van de PvdA, van de kerk en anderen. Linde, een van de vier kleindochters, kreeg als eerste het woord. ‘Onze opa was niet hetzelfde als andere opa’s. Hij zat in een rolstoel en dit maakte dat ik wel eens bang was dat de buitenwereld zou denken dat hij geen goede opa was. Maar niets was minder waar, hij was een geweldige opa. Hij was geweldig in het vertellen van verhalen. Opa kon niet alleen goed vertellen, hij kon ook heel goed luisteren.’
Dochter Jonneke zei dat haar vader een ontzettend dapper mens was met een groot vertrouwen, in God, in ons, in andere mensen. Verschillende sprekers kwamen daar later op terug.
Aad is geboren in 1929 in Groningen, in de koudste winter van de vorige eeuw. Zijn vader werkte bij de spoorwegen en daarom verhuisde het gezin Burger geregeld. In 1940 verhuisden ze naar de Van Hogendorpstraat in Utrecht. Tijdens de oorlog zat Aad op het Stedelijk Gymnasium. Jonneke vertelde over de indrukwekkende verhalen uit die tijd. Over hoe Joodse kinderen en leraren verdwenen van school. Hoe de leraren langzaam maar zeker vervangen werden door NSB’ers. Over gevaarlijke tochten naar de Achterhoek om eten te vinden. Over hoe Aad midden in de hongerwinter bij een vriend aan het schaken was. Het potje liep uit en de avondklok was al ingegaan. Aad rende door de sneeuw naar huis totdat hij werd staande gehouden door een Duitse militair. Aad had de schrik van zijn leven, maar in plaats van dat hij gearresteerd werd, kreeg hij een brood in zijn handen geduwd. Aad stamelde ‘Danke’ en rende snel naar huis. Hoe onmenselijk de ontberingen van de oorlog ook waren, dit was er ook. Het toevoegen van dit perspectief tekent Aad. Het is nooit helemaal zwart-wit en er is altijd ruimte voor hoop, aldus Jonneke.
Op zijn 17e ging Aad rechten studeren in Leiden. Hij, net als vele anderen, werd gedreven door een verantwoordelijkheidsgevoel om Nederland weer op te bouwen. Tussen de zuilen, religies en klassen was in de visie van Aad solidariteit en verbroedering nodig om samen aan een betere wereld te werken, wat zijn keuze voor de PvdA mede heeft bepaald.
Op zijn 26e kreeg hij polio, terwijl hij in West-Afrika werkte voor Morele Herbewapening. Tijdens de reis door Nigeria voelde hij zich niet goed. Hij werd steeds zieker en zakte door zijn knieën, maar het was onduidelijk wat er aan de hand was. Op een nacht werd hij wakker en kreeg heel duidelijk de gedachte: het kan zijn dat je voorgoed verlamd raakt. Toen later de diagnose polio werd gesteld, voelde hij dat God hem had gewaarschuwd en dat Hij hem de kracht zou geven om dit te doorstaan. Hij was door het nieuws natuurlijk heel verdrietig maar ook overtuigd dat hij Gods plan voor zijn leven kon blijven volgen en dat het goed zou komen. Hier putte Aad grote kracht uit.
In 1968 trouwde Aad met Josiene de Loor. Haar ouders waren allebei betrokken bij Morele Herbewapening. Haar vader, Dirk de Loor, was in die tijd burgemeester van Delft, later lid van de Eerste Kamer en voorzitter van de Nederlandse Stichting voor Morele Herbewapening.
Aad had een sterke christelijke overtuiging en stond hij altijd open voor andere overtuigingen. Dat hield o.a. in dat in het huis van de familie Burger vele vrienden en kennissen op bezoek kwamen zoals Hamzeh Kailani, een Palestijnse. Zowel Jonneke als Maarten de Pous, een jarenlange vriend en collega van Aad, spraken over de gastvrijheid van huize Burger en spraken over de imam. Begin jaren tachtig begonnen Aad en Josiene een gespreksgroep bij hen thuis om persoonlijke contacten te leggen en bruggen te bouwen tussen Nederlanders en immigranten. Aad had Hamzeh Kailani destijds, nu zo’n 30 jaar geleden, uitgenodigd een inleiding te houden voor hun gespreksgroep. Kailani die sinds de Zesdaagse oorlog in Nederland woonde, hield een vlammend betoog over het lot van de Palestijnen en de geringe steun die zij kregen van Nederland en het hele Westen. Er volgde een open gesprek. Na afloop zei hij , dat het de eerste keer was dat Nederlanders hem hadden laten uitpraten. Na deze ervaring besloot hij om deel te blijven nemen aan deze gespreksgroep.
Maarten de Pous beschreef Aad als een man uit één stuk, als iemand die kracht, integriteit, vastberadenheid, veerkracht uitstraalt. Iemand die niet snel opgeeft en altijd vasthoudt aan zijn principes. Die zich niet snel van zijn pad laat afbrengen en moeilijkheden niet uit de weg gaat. Zijn innerlijke kracht en doorzettingsvermogen maken hem tot een inspiratiebron voor anderen. Maarten de Pous: ‘Voor mij betekent uit één stuk ook dat zijn inzet in de politiek en zijn inzet voor de morele en geestelijke vernieuwing van ons land ten diepste verbonden waren met wie hij was als mens. Je had ook nooit het gevoel dat hij bezig was om een beweging of politieke partij te promoten. Hij was bezig bepaalde idealen en waarden na te streven en voor te leven op alle terreinen waar hij actief was.’
Aad had een passie voor Europa. De Tweede Wereldoorlog legde daarvoor de kiem. Toen hij vlak na de oorlog in Caux, Zwitserland belandde, in het net geopende centrum van Morele Herbewapening, werd hij niet alleen verder doordrongen van de noodzaak voor het opbouwen van een nieuw Europa, maar leerde hij ook dat hij daarin een aandeel zou kunnen hebben. Sindsdien was hij, samen met collega’s uit o.a. Elzas-Lotharingen en verschillende Europese landen betrokken bij allerlei initiatieven om handen en voeten te geven aan het ideaal van samenwerking en eenheid in Europa. Ook was hij jarenlang actief met een ander belangrijk initiatief dat zijn oorsprong heeft in Amerika: Hope in the Cities. Een programma dat mensen van verschillende rassen door eerlijke gesprekken bij elkaar brengt. Uiteraard was dat niet alleen heel relevant en nodig in Amerika, maar ook in ons land. Destijds heeft Aad verschillenden acties ondernomen in de regio Utrecht met delegaties uit buurlanden, die betrokken waren bij Hope in the Cities.
Aad was een sociaaldemocraat in hart en nieren. Dat kwam goed naar voren in de speech van James van Lidt de Jeude, die namens de PvdA zijn waardering uitsprak over Aad’s 60-jaar lange betrokkenheid bij de partij, zowel lokaal als landelijk. Achttien jaar was hij lid van de gemeenteraad van Utrecht, en vervulde hij tal van bestuursfuncties, zoals het voorzitterschap van het gewest Utrecht van de PvdA, van de Utrechtse WMO cliëntenraad en van verschillende werkgroepen.
Van Lidt de Jeude zei dat Aad’s optreden in de gemeenteraad en de PvdA gremia vaak succes had. Hij was goed in samenwerken, op schrift formuleren en hij had een overtuigende karakteristieke manier van spreken. Er was veel waardering voor de wijze waarop hij dingen aan de orde stelde. Altijd constructief kritisch. Zo stelt Aad in een interview over het gehandicaptenbeleid eerst dat hij veel te danken heeft aan de in Utrecht door de gemeente ontwikkelde voorzieningen, die hebben zijn leven gemakkelijker gemaakt, maar dat er nog heel veel moet gebeuren voordat alle openbare gebouwen toegankelijk zijn voor rolstoelgebruikers. Van Lidt de Jeude: ‘ Aad was geliefd binnen de PvdA, plaatselijk en landelijk, hij werd maatschappelijk zeer gewaardeerd. Wij zij hem zeer dankbaar voor alles wat hij voor ons betekend heeft.’
Tot slot van de dankdienst sprak zoon Rutger. Hij haalde herinneringen op. Het met zijn vader voeren van de eendjes in het Wilhelmina park, op loopafstand van ons huis, en als het te ver was om samen te lopen dan pakten ze het Dafje en dan samen vliegeren op het grote veld. Het was de periode dat Aad nog met 1 stok kon lopen. Aad gaf hem het voorbeeld om altijd te zoeken naar hoe het wel kan en om hulp te vragen als het nodig is.
Rutger: ‘Door zijn maatschappelijke betrokkenheid was Aad veel weg, of zat hij in zijn studeerkamer. De afspraak die mijn moeder met hem had gemaakt was dat hij altijd thuis was tussen kwart voor zes en acht uur ‘s avonds, om met ons te spelen en te eten zodat zij even van ons verlost was. Bij het avondeten vertelde hij altijd de verhalen van inspecteur Slim – de politieman die altijd overal raad mee wist, geen probleem was hem te groot. Dit alles maakt dat ik een beeld heb van een vader die tijd voor ons had.
Terugkijkend op 53 jaar samen met Aad, kijk ik terug op een warme tijd, een vader die altijd keek naar wat wel mogelijk was, verantwoordelijkheid nam – thuis en buiten de deur – sterke principes had waarnaar hij leefde, luisterde naar anderen en zijn mening kon bijstellen. Mooie eigenschappen die ik graag vertaal naar mijn eigen leven.’
Aad wordt herinnerd als een van de pilaren van Initiatives of Change. Zij hele leven heeft hij aan die beweging gewijd. Hij was een van de redacteuren van Nieuw Wereld Nieuws, het blad van Morele Herbewapening. Eind jaren zestig van de vorige eeuw was hij samen met enkele collega’s verantwoordelijk voor de TV en radio programma’s die regelmatig werden uitgezonden. Hij was altijd in voor nieuwe dingen. En hij vond het niet meer dan normaal als mensen, ook binnen de eigen beweging, kritiek hadden. Hij moedigde mensen zelfs aan dat duidelijk te uiten, omdat daar lessen uit te trekken zijn.
In 2004 werd Aad bevorderd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.
Johannes de Pous