'Mensenrechten komen voort uit onze gemeenschappelijke religieuze waarden. Religie is de basis voor mensenrechten,’ verklaarde professor Azza Karam tijdens de uitreiking van de Four Freedoms Awards (FFA) in 2020.
Karam, hoogleraar Religion and Sustainable Development aan de Vrije Universiteit Amsterdam, is algemeen secretaris van Religies voor Vrede (Religions for Peace, RfP). Deze internationale beweging zet zich in voor vrede door vertegenwoordigers van de wereldreligies samen te brengen. In 2020 erkende de Roosevelt Foundation het waardevolle werk van RfP door hen de Freedom of Worship Award toe te kennen, die Karam namens RfP in ontvangst nam.
Op 28 april 2021 organiseerde Initiatives of Change (IofC) via Zoom een dialoog met Karam in het kader van het IofC-project ‘Geloven in Mensenrechten’ (GiM). Willem Jansen, IofC-programmacoördinator, sprak met Karam over de vruchtbare verbinding tussen geloof en mensenrechten.
Geloof als fundament
We mogen het geloof niet generaliseren, vindt Karam. Religie is tenslotte geen vast gegeven, maar een vorm van gedrag. ‘Hoe we leven definieert ons geloof,’ zegt Karam. ‘Wanneer we ons immoreel gedragen, dan bezoedelen we het geloof. We moeten onszelf afvragen: wat zijn onze gemeenschappelijke waarden? Hoe zijn deze waarden verankerd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM)?’
Volgens Karam zijn deze gemeenschappelijke waarden universeel en tijdloos. ‘Kerken en instellingen komen en gaan, maar deze waarden blijven bestaan,’ zegt ze. ‘Ze blijven bestaan omdat ze voortkomen uit het geloof. Als ik moslim ben, dan móét ik wel in mensenrechten geloven.’
Het geloof en mensenrechten zijn dus absoluut verenigbaar, volgens Karam. Onrechtvaardigheid, benadrukt ze, komt niet voort uit het geloof zelf, maar uit de manier waarop we ons geloof beoefenen.
Verantwoordelijkheid & collectieve dreigingen
Toch vereist de bestrijding van gepolitiseerde en georganiseerde mensenrechtenschendingen, zoals de verspreiding van kernwapens, een bredere aanpak. ‘Deze mensenrechtenschendingen bedreigen niet alleen onze zwaarbevochten vrijheden, maar ook ons bestaan zelf,’ zegt oud-diplomaat Edy Korthals Altes. ‘Het recht op leven is het belangrijkste recht. Dit recht is in gevaar. We moeten daarom toewerken naar een nieuw begrip van vrede. Religie moet bijdragen aan dit nieuwe begrip.’
Karam is het hiermee eens. Volgens haar moet interreligieuze samenwerking onderdeel zijn van dit begrip. Zij verwijst hierbij naar de Covid-19 pandemie. ‘De pandemie laat een grimmige realiteit zien,’ zegt ze. ‘Aan de ene kant zien we veel goeds. Er is sprake van innovatie, creativiteit en hulpvaardigheid. We zien echter ook dat instellingen en regeringen voorrang geven aan hun eigen belangen, vooral als het gaat om hulpverlening. Dit is ook een epidemie, namelijk een van een gebrek aan empathie.’
Geloof, klimaat en solidariteit
Wanneer Korthals Altes de mogelijkheid van een nucleaire Holocaust ter sprake brengt, voegt Karam eraan toe: ‘Woede, haat, discriminatie en gebrek aan solidariteit zijn onze grootste bedreiging. Een nucleaire Holocaust zou slechts het resultaat hiervan zijn.’
Ook klimaatverandering vormt een bedreiging voor het bestaan van de mensheid. Religie, stelt Karam, biedt inzichten die het recht op een gezond en veilig klimaat voor huidige en toekomstige generaties kunnen waarborgen. ‘De aarde werd als heilig beschouwd in inheemse religies,’ legt Karam uit. ‘Dit idee bestaat in elke religie. De natuur is mijn verantwoordelijkheid omdat het een geschenk is van God. Ook toekomstige generaties hebben deze verantwoordelijkheid.’
Geloof als bron van rechten en plichten
Volgens Karam vormt niet de politiek maar het geloof de basis voor mensenrechten. Geloof gaat ook over de verantwoordelijkheden die mensenrechten met zich meebrengen. ‘Rechten komen met plichten,’ zegt Karam. ‘Deze rechten en plichten zijn verankerd in het geloof.’
‘De armoedige wereld van de politiek lijdt aan een gebrek aan ideeën,’ zegt Karam. ‘Maar de wereld van het geloof is rijk genoeg om alles en iedereen te omvatten. Dat is de wereld waar RfP naar streeft. Stel je voor dat alle gelovige mensen zouden samenwerken om iedereen te dienen, zonder uitzondering.
Stel je voor dat wij, als eenheid, onze macht zouden uitoefenen door de politiek verantwoordelijk te houden. Geen enkele instelling, partij of regering zou die macht kunnen overwinnen. Dat is onze goddelijke kracht,’ concludeert Karam. ‘Het goddelijke is gerechtigheid en het goddelijke is barmhartigheid.’
Shereen Siwpersad