Gepubliceerd op 7 februari 2021
‘Alleen samen krijgen we corona eronder’ – Samen, mét de rode regenworm. Deze gedachte behoeft wat uitleg. Ik kwam erop na het zien van de reportage van Zembla ‘Het excuus van de Boerenleenbank’(28 januari 2021).
Een scene: we zijn in Gaasterland op de boerderij van bio boer Deinum, die trots wijst naar zijn grazende koeien in een weiland met kruiden, bloemen en verschillende soorten grassen. Bezoeker Theunis Piersma, hoogleraar trekvogelecologie in Groningen, kijkt vol bewondering naar de enorme kolonie zwaluwen die onder het dak nestelen, nu een zeldzaamheid. Bezoeker Jeroen Onrust, ook van de RU in Groningen, zet een schop in de grond en haalt een schep aarde omhoog. Gehurkt en geboeid zit het gezelschap met programmamaker en onderzoeksjournalist Ton van der Ham rond de kluit. Wat een krioelende levendigheid. Onrust houdt een betoog over het belang van dit bodemleven. Alles wat bovengronds groeit, is afhankelijk van wat ondergronds gebeurt. Daar doen de wormen het nodige (ploeg)werk. Kampioen is de rode regenworm. Onrust, die al tien jaar onderzoek doet naar deze worm, pakt er voorzichtig een uit de kluit en legt die in zijn handpalm. ‘Kijk eens, dit is een mooie, met zijn donkerpaarse kop.’ Boer Deinum zit erbij te glunderen.
Met dit beeld nog op het netvlies doet het pijn daarna te zien hoe een enorm gevaarte met messen het land van de buurman omploegt om er drijfmest in te spuiten. Je hoopt dan dat er niet nog een verdwaalde rode regenworm in zit, want die zou subiet in stukjes gesneden zijn. Volgens Onrust zitten die er ook niet in, omdat er door kunstmest, drijfmest en pesticiden geen bodemleven meer is. Bovendien noemt hij deze manier van ploegen destructief omdat de bovenste laag waar al het leven in zit, onderop komt, en de door de wormen gemaakte essentiële gangen vernield worden. Hoe staat het dan met dat maisveld daar, vraagt Van der Ham? Onrust neemt een schep aarde en vindt alleen een heel klein grijs wormpje. Slecht dus.
Het gesprek dat Van der Ham vervolgens met de buurman heeft laat het enorme dilemma zien waar boeren vandaag voor staan. De buurman is zich er wel degelijk van bewust dat het uitrijden van drijfmest niet goed voor de bodem is, net zo min dat het goed is om jaar in jaar uit mais te verbouwen op dezelfde grond. Hij zou wel willen omschakelen maar heeft daar het geld niet voor. De bank die hij benaderd heeft wil niet helpen. Alle bio boeren die in dit programma voorkomen, zijn met enorme inzet en op eigen kracht, met hulp van vrienden en familie, over geschakeld. Van de banken, de twee genoemde zijn de Rabobank en de ABN Amro, kregen ze nul op het rekest, omdat omschakeling niet rendabel zou zijn.
Van de overheid kregen ze ook geen hulp, ondanks het feit dat de minister van landbouw veelvuldig de term circulair bezigt. Kennelijk hebben de overheid en deze banken last van een kortetermijnvisie. Boer Beinum laat zien dat het op de lange duur loont. Hij was zoals hij dat zelf noemt turboboer tot hij halverwege de jaren 90 de schaduwkanten ervan ontdekte. Hij merkte dat zowel de bodem als zijn koeien steeds minder gezond werden. Nu verdient hij met minder koeien meer, ook omdat hij weinig kosten maakt. Geen dure trekkers, geen krachtvoer, geen kunstmest, maar wel een gezonde bodem met gezonde koeien, die omdat ze alleen gras eten ook goede mest produceren.
Van dit programma blijft me het meest de rode regenworm bij. Ik herinner me een citaat van viroloog Marion Koopmans in een overzicht van de lessen van coronajaar 2020, dat virussen een gevolg zijn van veranderingen in het evenwicht van onze ecosystemen. Ik begrijp dat de rode regenworm kan helpen het evenwicht te herstellen, in de aarde, in de bodem van ons bestaan. Tenminste als hij de kans krijgt, want er zijn er steeds minder, zoals Onrust merkt.
Is het niet tijd voor een RRR – oftewel Red de Rode Regenwormactie? Al was het maar omdat we onszelf willen redden.
Hennie de Pous-de Jonge